Whatsapp mij!

72. Het is tijd voor de Uracil belastingtest


Als ik om 7.45 uur uit het raam kijk, zie ik dat het kippenhok nog niet open is. Gisteravond heb ik iets veranderd in het schema van de automatische kippendeur en ik vraag me af of dat wel helemaal goed is gegaan. Ik besluit voor de zekerheid even te gaan kijken. op een of andere manier werkt ‘simpel-het-knopje-indrukken’ deze keer niet. Ik hoor gezoem, het deurtje gaat 2 cm omhoog en weer omlaag en dat was het. Voor de zekerheid druk ik nog drie keer op hetzelfde knopje waardoor we in een of ander zoemende herhaling terecht komen. Zo een waar je achter je eigen handelingen aan sukkelt, ‘oh nee, niet dat knopje’ en je vinger drukt hetzelfde knopje nog een keer in. Ik voel de druk van op tijd moeten vertrekken naar het ziekenhuis en daardoor weet ik acuut niet meer hoe het deurtje werkt. Ik schiet voor- en achteruit in het menu en kies telkens de verkeerde optie: ‘o nee, eentje terug’. Ineens zoemt het deurtje omhoog, geen idee hoe ik het heb gedaan.origineel

Ik meld mij om 8.30 bij het lab voor de Uracil belastingtest of mijn lichaam de chemo af kan breken. Thuis heb ik een hele beschrijving wat er allemaal gaat gebeuren, maar ik heb er helemaal niet meer naar gekeken. Zo ingewikkeld klonk het niet toen de oncoloog erover vertelde … nu begin ik toch te twijfelen of ik het wel goed begrepen heb. Ik ga zitten met de verwachting dat er bloed geprikt wordt, maar in plaats daarvan krijg ik een drankje. Terwijl ik de uitleg krijg, komt de oncologie verpleegkundige langs. ze vraagt of ik straks na het drankje even bij haar langs kom. Even later zit ik tegenover haar. We hebben het over de kuur die komen gaat. Ze weet inmiddels wel hoe ik erin sta en dat ik niets wil weten over de eventuele bijwerkingen. Al snel hebben we het niet meer over de kuur maar over mindset en over je eigen werkelijkheid beïnvloeden. Over de kracht van taal en over de informatieplicht die soms te letterlijk wordt uitgevoerd. Terwijl we praten kijken we af en toe op de kookwekker. 10 minuten voor tijd, ga ik terug naar het lab.origineel

Ik loop weg denkende dat ik precies weet waar ik naar toe loop. Ineens realiseer ik me dat ik vanaf hier altijd naar buiten loop en nooit naar het lab. De 10 minuten speling lijkt plotseling veel te weinig. Ik heb geen idee waar ik ben. De oncologieverpleegkundige zei: ‘het is heel simpel, gewoon links links’. Ik heb niet goed geluisterd omdat ik dacht dat ik de weg goed kende … Geheel gedesoriënteerd besluit ik gewoon maar links links te doen en het werkt! Ik herken de gang en weet ineens waar ik ben. Ik meld me aan bij de zuil en ben een paar minuten later aan de beurt. Ze heeft vrij snel een vat gevonden en checkt ook meteen waar de tweede keer geprikt kan worden. ‘Ik geef je straks even iets warms voor op je hand, dan prikken we daar de tweede keer’, zegt ze.

En daar ga ik weer met de kookwekker in de hand … Ik haal de net voorgeschreven medicatie op en slenter weer terug naar het priklab. Na een half uur zit ik alweer met de kookwekker in de wachtkamer bij het lab. Ik zie de prikdames heen en weer lopen en de aangegeven wachttijd op het scherm loopt steeds verder op. Ik kijk op mijn wekker en zie dat ik nog 20 minuten heb, tijd genoeg. De verpleegkundige die mij de eerste keer geprikt heeft ziet me zitten en geeft me een handwarmer voor op mijn hand. Het volgende moment dat ik op het scherm kijk, is de wachttijd 20 minuten en geeft mijn kookwekker 10 minuten aan. Oei! origineelAchter het gordijn van hokje 1 hoor ik onderhandelingen met een jongen van 13. Ik weet zijn leeftijd omdat ik zijn moeder hoor zeggen: ‘je bent 13, je kunt toch gewoon je arm neerleggen zodat ze je kan prikken! Dan pas kan er onderzocht worden waarom je je zo moe voelt’. Blijkbaar is hij er niet van onder de indruk, want daarna hoor ik de verpleegkundige zeggen: ‘leg je arm maar even neer. Nee, ik doe niks, ik wil alleen maar even kijken. Kijk, ik zie hier een hele mooie ader, daar kan ik zo in prikken, voel je bijna niks van.. het duurt echt nog geen minuut’. De jongen blijft weigeren en moeder besluit uiteindelijk dat het genoeg is geweest. De verpleegkundige biedt aan dat ze de auto gaat halen om ergens bij de achterdeur de jongen op te pikken. Dan hoeft hij niet zo ver te lopen. Zij loopt weg en de jongen blijft in hokje 1 zitten. Het gaat niet goed met hem, even later hoor ik hem overgeven.

Ondertussen zie ik dat er 5 minuten op mijn wekker staat. Ik begin het nu toch benauwd te krijgen. Ik hoor in gedachten de verpleegkundige van vanmorgen: ‘het is belangrijk dat u op tijd terug bent, anders moeten we alles overnieuw doen’. Ik spreek de verpleegkundige die even uit hokje 1 komt lopen om nieuwe bakjes te halen, aan. Ze geeft aan dat ze haar patiënt overdraagt aan iemand anders en dat ik alvast plaats mag nemen in hokje 2. ‘ah, een kookwekker’, zegt een man naast me, ‘dat komt me bekend voor, helaas’. Het duurt even voordat het tot me doordringt. Hij is een medestrijder!

Ze prikt in het vat op mijn hand en ik voel hoe ze de naald wat beweegt om de bloedstroom op gang te brengen. De verpleegkundige van de eerste keer komt even later ook nog even origineelkijken of alles volgens plan verloopt. Het is gelukt, alles op tijd, ik verga inmiddels van de honger. Door het gedoe met de kippendeur ben ik helemaal vergeten om iets te eten mee te nemen. Ik vraag aan de dames of ik nu nog ergens langs moet of dat ik klaar ben. Zij hebben niks meer van me nodig, dus daar ben ik klaar. Als ik wegloop, wensen de man en ik elkaar SUCCES. Ik loopt langs het restaurant om iets te kopen en loop met een saucijzenbroodje het ziekenhuis weer uit. Dat is het voordeel van langere tijd niets eten; het smaakt echt zo lekker!

Pas als ik thuis ben, vraag ik me af of ik niet terug had gemoeten naar de oncologie verpleegkundige. Wie gaat me vertellen of ik geslaagd ben voor de test? Dat wilt zeggen of ik het middel af kan breken of niet. Op zich is het voor nu even niet belangrijk omdat we eerst gaan bestralen. Voordat we daarmee klaar zijn, is het eind oktober … het zou wel fijn zijn als we in een streep door kunnen gaan met de chemo anders word het echt steeds later. Terwijl ik dit typ, komt het ineens binnen … na oktober heeft 2024 nog maar twee maanden, dus acht weken. De kuur is in ieder geval zes keer 3 weken. Dan zitten we al in maart. Ik heb geen idee waar ik met mijn hoofd zat toen ik dacht dat het allemaal reuze mee zou vallen en zo voorbij zou zijn, maar ik voel de weerstand ineens groeien. Natuurlijk heb ik nog steeds mijn positieve instelling en weet ik dat we het gaan redden, dat het goed komt, ik moet er gewoon even doorheen, enzovoort – bla die bla die blaaaa, maar ECHT! MAART 2025 In mijn hoofd had ik het een beetje nonchalant geparkeerd als ‘nou we zijn er wel zoet mee tot het einde van het jaar’.

Dat kun je inderdaad wel zeggen en drie maanden van volgend jaar, nog de hele winter onderweg zal ik bedoelen …
Hier moet ik wel even aan wennen.
 
september 2024
 
 
volgende: 73