68. Ze hebben te weinig vel over
We melden ons om 7.15 bij de receptie van het ziekenhuis in Hoogeveen. (ja, dit betekent inderdaad dat we al op tijd in de auto zitten) Om 8.15 staat de scan gepland. Zoals we eigenlijk al dachten is er geen klier te zien op de scan. Volgens Jarno, mijn verpleegkundige, zal ik tegen 10u naar beneden gebracht worden. Daar word ik voorbereid op OK en om 11u ben ik aan de beurt.
Het loopt nogal uit, om 10.30 lig ik nog gewoon boven te wachten. Wel lekker in bed, dat is fijn. Ik val dan ook gewoon in slaap, ook handig! Tegen 11.15 komt Jarno me dan eindelijk halen om naar beneden te brengen. Ik voel hoe de spanning nu toch wel iets stijgt. Ik voel een lichte misselijkheid opkomen en probeer me zoveel mogelijk te concentreren op de mensen die tegen me praten. Grapje hier, lolletje daar, adem in, adem uit.
Het infuus prikken gaat in een keer goed, maar doet wel pijn. Daar ben ik ook wel een beetje klaar mee, dat er telkens dingen pijn doen. Ze vraagt of ik een tablet wil om een spelletje te doen. Ik zeg eerst 'nee' en meteen daarna ‘ja, doe toch maar’. Ik ga helemaal los op Candy Crush en stel tevreden vast dat ik daar best heel goed in ben. Iedere keer als er een deur opengaat, voel ik een golf spanning door me heen gaan. En ja hoor, dan is het zo ver … drie mannen komen op mijn bed aflopen. ik wil het liefst heel hard weg rennen, maar snap zelf ook dat dat geen enkele zin heeft. De drie heren doen van alles; aanhangen, loskoppelen, vragen en vertellen. Alles gaat razendsnel en voordat ik het weet, zijn we op weg naar de operatiekamer. Daar mag ik zelf van bed naar operatietafel schuiven, hoppen, wat maar werkt voor mij.
De chirurg stelt zich aan me voor en dan is het wachten op de anesthesioloog. Ik voel me nu wel heel zenuwachtig worden, ik begin een beetje te trillen… het duurt ook wel erg lang … De anesthesioloog blijkt een infuus te moeten zetten bij iemand anders die wacht op OK, zegt iemand achter mij in de ruimte. Diverse mensen met diverse taken stellen zich aan mij voor. Ik knik vriendelijk, maar hoor helemaal niet wat ze zeggen. De anesthesioloog is er en we gaan beginnen. Hij plakt een sticker op mijn voorhoofd om in de gaten te houden of ik diep genoeg onder narcose ben. Het eerste middel wordt toegediend; ‘hiervan gaat u nog niet slapen, maar u wordt er wel een beetje duf van, alsof u een flinke borrel op heeft’. Nou doe mij maar meer van dat. Hij vraagt me nog wat ik graag drink en ik antwoord: ‘Gin tonic, ik hoor nog iemand ‘lekker’ zeggen en daar ga ik.
ik hoor geroezemoes ergens in de verte en open langzaam mijn ogen, er staat een verpleegkundige naast me die me vertelt dat ik een erg volle blaas heb. ‘Zal ik u even katheteriseren?’ ‘Nou, lijkt me enig!’ aangezien uit bed gaan nu echt geen optie is, geef ik toestemming. Er worden veel vragen gesteld: hoe voelt u zich?, heeft u pijn? Wilt u een waterijsje? Ik denk dat ik me best goed voel, ik heb een klein beetje pijn en ik wil best een waterijsje. Ik heb al morfine gekregen via het infuus en krijg er nog Oxycodon bij. Kom maar door met de verdovende middelen, ik hou ervan!
ik hoor geroezemoes ergens in de verte en open langzaam mijn ogen, er staat een verpleegkundige naast me die me vertelt dat ik een erg volle blaas heb. ‘Zal ik u even katheteriseren?’ ‘Nou, lijkt me enig!’ aangezien uit bed gaan nu echt geen optie is, geef ik toestemming. Er worden veel vragen gesteld: hoe voelt u zich?, heeft u pijn? Wilt u een waterijsje? Ik denk dat ik me best goed voel, ik heb een klein beetje pijn en ik wil best een waterijsje. Ik heb al morfine gekregen via het infuus en krijg er nog Oxycodon bij. Kom maar door met de verdovende middelen, ik hou ervan!
Om 14.30 ben ik terug op de afdeling, heerlijk stoned en volledig ontspannen en niet onbelangrijk pijnvrij. Robert en ik kletsen wat over het huisje, tegels, laminaat, dakschrootjes, enzovoort. Ik krijg niet alles mee, maar murmel hier en daar een stukje mee en dut af en toe wat in. Ik eet yoghurt met fruit en een eiwitshake. Ieder uur 2 uur neem ik 3 tabletten arnica, tegen de postoperatieve zwelling. Mijn bloeddruk is wat aan de lage kant, maar dat zijn we wel gewend, dat heb ik vaker gehad na een OK. De verpleegkundige stelt voor om even uit bed te gaan en ik sla beleefd over. Ik heb me ooit na een OK (kleine ingreep) over laten halen omdat het volgens de verpleegkundige wel goed voor me zou zijn en ben toen flauwgevallen. Het idee alleen al dat dat nu zou gebeuren, bezorgt me rillingen. Gelukkig hoeft het niet, mag later op de dag ook. Beter.
Er komt een dame bij me langs die mij samen met de chirurg geopereerd heeft. Geen idee of zij ook chirurg is of assistente of stagiaire, maar ze was erbij en komt me vertellen dat de operatie goed gegaan is. ‘Toen we al het weefsel en aangedane huid weggehaald hadden kwamen we zo’n stuk vel tekort. Ze houdt haar duim en wijsvinger in de lucht ongeveer 8 cm uit elkaar. Ik kijk ernaar en probeer het vooral niet voor me te zien. ‘We hebben het vel richting de schouder losgemaakt en richting de wond getrokken. Omdat het allemaal nogal strak stond en we de druk op de hechtingen iets wilden verminderen, hebben we er een extra hechting bijgezet. Ze maakt een diagonaal gebaar waar ik de conclusie uit trek dat ze er een grote diagonale steek bij hebben gezet. Het is belangrijk dat u rekening mee houdt in uw bewegingen. U mag niet zo (ze spreidt haar armen en doet haar borst naar voren) doen. We willen natuurlijk niet dat de hechtingen open scheuren’. Het is even stil, ik knik, dat willen we inderdaad niet! Wat mij betreft was gewoon voorzichtig zijn ook voldoende geweest. Dat had ik ook wel gesnapt, dit is wel heel veel informatie. ‘U zult hier nog wel pijn van gaan hebben de komende 14 dagen’, gaat ze nog even door, ‘u krijgt pijnstillers voorgeschreven hiervoor’. Ik knik alleen maar en neem me voor om voorlopig voorover gebogen als heks door het leven te gaan. No way dat er bij mij iets openscheurt.
Floris mag nog een nachtje bij vrienden van ons logeren dus Robert kan nog even bij mij blijven. We eten samen van de warme maaltijd: doperwten, stukje vis, aardappelpuree, appelmoes en vla. Dan komt toch echt het moment dat hij naar huis gaat. Ik bel nog even met Floris en daarna met Roos. De verpleegkundige komt vragen of ik nog even op de rand van het bed wil zitten. Ik wil het niet, maar doe het toch. Dat gaat verbazingwekkend goed, het valt mij mee! Ook naar de wc lopen en terug is geen enkel probleem. Daarna ben ik even kort lamgelegd door een soort verdwaalde opvlieger, ik kan net op tijd gaan liggen. Dit is volgens de verpleegkundige een lichamelijke reactie op de narcose. Ik begon me al zorgen te maken.
Ik slaap die nacht slecht omdat ik het warm heb en mijn drain lekt. Hoe het zit weet ik niet precies, maar ik krijg 2 keer een schoon hesje aan omdat het onder mijn rechterarm, ter hoogte waar eerst mijn borst zat, een grote smeerbende is. Ik slaap slecht, ik durf me nauwelijks te bewegen omdat ik bang ben dat er iets onder spanning komt te staan. Mijn nacht bestaat uit opvliegers, kleine dutjes, hoofdeinde omhoog en weer omlaag, verliggen, filmpjes kijken op mijn telefoon, mail uitzoeken, rekeningen checken en een rolstoel en douchestoel aanvragen bij Vegro. Ik wil graag donderdag naar de circusvoorstelling van Floris zijn vakantiespelweek en ik weet niet of lopen en staan in die drukte een heel goed idee is. Ik heb vaak de neiging om net even iets te lang door te gaan waardoor ik, als ik moet gaan zitten, ook echt meteen moet gaan zitten. Vrijdag is de optocht en afsluiting van de spelweek en daar wil ik ook bij zijn. ik ben helemaal blij en tevreden ondanks mijn nogal korte nacht.
De volgende ochtend nemen Jarno en ik mijn volle agenda van de ochtend door: de chirurg, fysiotherapeut, oncologieverpleegkundige gespecialiseerd in het aanmeten van tijdelijke prothese en iemand van de apotheek komen bij mij langs. Ze wisselen elkaar mooi af. De chirurg vraagt hoe het met me gaat en vertelt nog even kort over de operatie. Ze hebben alles tot op de borstspier weggehaald, vandaar dat het natuurlijk zo plat is. Ze vraagt hoe het gaat met de pijn en of ze nu wel of niet Oxycodon heeft voorgeschreven. Jarno zegt dat ik het na de operatie maar een keer heb gekregen en verder niet nodig heb gehad. Ik wil hem het liefst ssssh-sen omdat ik wel graag de oxy mee naar huis wil voor het geval dat. Dit geval, dat geval, nu of later, altijd handig om wat achter de hand te hebben. We hebben het alweer over iets anders, ik mag straks naar huis! Ik bel Robert met het goede nieuws. Hij heeft lekker uitgeslapen en is net wakker. Hij gaat nog even snel douchen en komt dan mijn kant op.
Ik krijg van de oncologieverpleegkundige uitleg over protheses. Ze heeft een speciaal kamertje met een grote passpiegel en allemaal hippe bh-modelletjes en natuurlijk een hele kast met protheses. We lopen er naar toe en ik ben me ervan bewust dat ik aan een kant plat ben, gelukkig doet het me niks. Ook als we op de gang lopen en ik mensen in de wachtruimte zie zitten, dringt zich geen gevoel van schaamte of ongemakkelijkheid aan mij op. Ik vind het helemaal prima en wil het niet ingewikkelder maken dan het is.
De tijdelijke prothese is een ‘vleeskleurig’ stoffen driehoekje gevuld met soort watten. Ik kan er zelfs mee zwemmen! Moet ik alleen mijn tiet daarna uitknijpen, dat zal er bijzonder uitzien. Deze prothese kan in mijn compressie bh en zorgt ervoor dat niemand kan zien dat ik nog maar 1 borst heb. Als ik naar beneden kijk, ziet het er heel normaal uit. Af en toe kijk ik even in mijn bh, de rechterkant ziet er heel plat uit. Mijn hersenen kunnen er nog niet zoveel mee, het klopt niet.
De fysiotherapeut geeft me een formulier met een aantal oefeningen. Ik mag ze vanaf dag 1 doen, maar moet het rustig aan opbouwen en dan steeds een stapje verder. Het mag ongemakkelijk voelen, maar het mag absoluut geen pijn doen. Ze waarschuwt me: ‘dus je mag in de pan soep roeren, maar je mag hem niet tillen’. Ik stel voor om thuis te vertellen dat ik 6 weken niet mag koken, lijkt me een stuk simpeler. Ze lacht en knikt, ze vindt het prima.
Ze is net weg als er iemand van de apotheek binnenkomt. Voor de zoveelste keer zeg ik mijn naam en geboortedatum. Wat ik zeg komt hoogst waarschijnlijk overeen met wat op het zakje staat, want ze knikt goedkeurend. ‘Ik heb Oxycodon voor u en een doosje met vezels om de stoelgang te bevorderen. Oxycodon heeft een remmend effect’. Ik knik blij. Iedereen is geweest, Jarno brengt de informatie voor thuis en vraagt of ik straks voordat ik weg ga nog even dag kom zeggen. ‘Dat is goed, doe ik’.
Ik heb het wel gezien ik wil graag naar huis.
augustus 2024