Whatsapp mij!

49. De tweede kuur mag erin


Gelukkig blijkt op dinsdag dat mijn witte bloedcellen hersteld zijn, zoals verwacht. Hoewel een deel van mij die tweede kuur helemaal niet wil, heeft een ander deel die stip op de horizon. Als we een beetje goed uit willen komen en op vakantie willen naar Frankrijk, dan moeten we nu geen vertraging oplopen. Vanuit het ziekenhuis ga ik naar Roos voor een snelle kop koffie en samen rijden we naar de winkel om boodschappen te doen. Roos tilt ze in de auto en in Onstwedde staat Lieke klaar om ze weer uit de auto te tillen en op te ruimen. Goed geregeld! Alles weer in huis zodat niemand, mocht ik toch weer omvallen, om komt van de honger. Alsof wij niet een keldervoorraad hebben waar we het wel even op uit kunnen zingen. origineel de tweede kuur Omdat ik het de eerste keer niet goed voorbereid was, besluit ik het nu anders aan te vliegen. Ik heb met de kinderen besproken dat ze allemaal taken krijgen de komende dagen. De groten gaan allebei een dag koken. De een maakt de toilet en de badkamer om de dag schoon, de ander gaat mee boodschappen doen en weer een ander zorgt voor de dieren. Daarbij maken we de afspraak dat ze het pand niet verlaten voordat ze me hebben gevraagd of ze nog iets voor me kunnen doen. Bij deze laatste afspraak heb ik er uitdrukkelijk bij vermeld dat ze er dan dus ook rekening mee moeten houden dat er nog iets is wat ze voor me kunnen doen. Iedereen op de hoogte, alle neuzen staan dezelfde kant uit, we zijn klaar voor vertrek.

Gelukkig is er wat afstand ontstaan tussen wat er na de eerste kuur gebeurde en hoe het nu gaat. Mijn lichaam en ik hebben er weer wat vertrouwen in. Deze kuur zal anders gaan! Ik vind het wel een beetje spannend, dat wel. Ik probeer het uit alle macht los te laten. Ik was weer vergeten dat Robert mee zou gaan en ik realiseer me dat het goed is dat hij er is. Iets in die kuur maakt me echt ongelofelijk suf en moe. Ik kan maar nauwelijks mijn ogen open houden. Robert heeft me afgezet en is meteen doorgereden naar Veendam voor een storing. Als ik bijna klaar ben, komt hij er alweer aan. Hij drinkt nog een kopje koffie mee en dan mogen we alweer naar huis. Ik maak stamppot bruine bonen met spekjes klaar voor wie er straks behoefte aan heeft. Ik eet een kippenpoot en een cracker. Drink bouillon en wacht af. Ik probeer het niet te doen, maar ik doe het toch. Er gebeurt niks. Die avond niet. Ook in de nacht niet. Opgelucht wordt ik de volgende ochtend wakker. Ik voel me nog steeds best goed. Niks aan de hand! Ik schuifel nog wel wat onvast door het huis, maar ik doe de was, sta gewoon op en drink koffie… Ik heb van te voren voor Floris een speeldate geregeld op woensdag, donderdag en vrijdag. Zo wordt hij er iets minder mee geconfronteerd en is het voor mij makkelijker om mijn rust te pakken. De moeder van een vriendje biedt aan om een ovenschotel voor ons te maken. Superlief en ik zeg er dankbaar ‘ja’ op. Robert pikt Floris samen met de ovenschotel op en tot mijn grote vreugde kan ik zelfs mee eten. Het is heerlijk!!

Jel en HJ komen die avond een koekje eten ter ere van onze Eefke die vandaag 20 kaarsjes mag uitblazen. Eefke zelf is in Hoeven, maar wij genieten van onze koffie met een grote mergpijp. origineelHet verbaast me dat ik dat gewoon straffeloos zo’n fantastisch grote mergpijp kan eten zonder pijn of misselijkheid of wat dan ook te ervaren. ‘Gaan we morgen sporten?’ Ik vind het wel een goed idee, vooral na die mergpijp, en we zetten ons op de lijst. Eerst een uurtje krachttraining in de zaal en dan om 10uur Pilates. Het wordt onze eerste les Pilates, maar ik heb er eens naar gekeken en zoals ik het kan inschatten lijkt het mij een redelijk laagdrempelig en dus binnen onze mogelijkheden liggend, idee.

Als ik ’s ochtends wakker word, voel ik me iets minder positief dan de dag ervoor. Mijn wangen zijn nog steeds rood, mijn hoofd nogal fuzzy en ik voel me licht misselijk. Ik app Jel dat 2 uur misschien wat veel is en stel voor dat we het eerst uur in de zaal laten vervallen. Zij is de moeilijkste niet en appt terug dat ze dan nog even blijft liggen. Net als ik me afvraag of Pilates wel een goed idee is, zie ik een vrachtwagen langzaam langs komen. Op de zijkant staat iets met bouwmaterialen. Aan het eind van de middag wordt er hout gebracht, maar dat is het nog lang niet. Van uit het raam kan ik de vrachtwagen niet meer zien, ik bel voor de zekerheid Robert. Hij bevestigt ‘eind van de middag is afgesproken’. Het zit me toch niet lekker. Ik loop naar de schuur en open de grote roldeur. Ja hoor, daar staat de vrachtwagen. Ik wijs in de schuur naar een lege plek en roep dat hij het daar mag neerzetten. Hij kijkt schuin naar de opening en roept terug dat hij daar niet in past. Ik vraag of hij voor de zekerheid toch wil kijken en zijn heftruck voor de opening van de deur wil zetten. Hij doet wat ik vraag en ik zie dat hij te hoog en te breed is. ‘zei ik toch’, zegt hij. Ik antwoord: ‘als mijn man zegt dat iets niet past dan kunnen we het er nog over hebben, vandaar dat ik het zeker wilde weten’. Hij haalt zijn schouders op en vraagt waar ik het wil hebben. ‘Uh… doe daar maar’, ik wijs naar een plek op de oprit en hoop dat Robert dat ook een goed idee vindt.origineel

Binnen enkele minuten heeft hij alles uitgeladen en weg is hij. Ondertussen heb ik Jel gebeld dat Pilates niks gaat worden, het is al veel te laat en ik ben absoluut niet in een haast stemming. Ik voel me al beroerd als ik aan beweging denk. We besluiten ons af te melden. Als ik naar de app ga, zie ik dat de les helemaal niet door gaat. Wanneer is dat gebeurd? Het maakt me inmiddels niet zo heel veel meer uit.
Ander plan: we gaan eerst bij mij koffie drinken en daarna naar het ziekenhuis, daar schijnt in de gang een kraampje te staan met informatie over een inloophuis in Stadskanaal voor mensen met kanker en hun naasten. Terwijl Jel met een collega staat te kletsen, loop ik naar het kraampje. Een vriendelijke mevrouw geeft me een folder en nog een folder, een zakje met een kaartje en gipsen hartje. Op het kaartje staat ‘een hart onder de riem’. ‘voor jezelf of voor iemand anders die het nodig heeft’, legt ze uit. Ik knik. Ik zie vrolijk versierde yoghurtemmertjes op de kraam staan en vraag wat dat is. ‘dat is voor kinderen die te maken hebben met iemand met kanker’. Ik wacht af of ze gaat vragen of ik kinderen heb, maar dat doet ze niet. Dus ik zeg: ‘ik heb een achtjarige thuis, moet ik die dan meenemen hier naar toe?’ het is even stil. Dan zegt ze: komt dat kind in aanraking met iemand met kanker in de omgeving?’ ik denk even na en zeg dan: 'ik heb kanker en het is mijn kind?" ... ‘aha, ja, zal ik u gewoon een emmertje meegeven?’ ‘ja, lijkt me enig’.origineel

We gaan lekker lunchen in de personeelskantine en daarna weer naar huis. Gelukkig, smaakt het me goed. Na het eten ben ik moe, ik wil graag naar huis en naar bed. Er is een vezel die graag even langs de Action wil, maar die maakt geen schijn van kans, de rest wil slapen. Ik slaap heerlijk twee uurtjes om daarna verder te gaan met het schrijven van mijn blog.
Nog een stip aan de horizon. Ik ga al mijn kankerblogs uitgeven in boekvorm! Dus als iemand tips, handige contacten en/of ideeën heeft? Kom maar door! Ik ben helemaal nieuw hierin.

 

Vorige: 48. De stijgende lijn zet door

Volgende: 50. Nou, ik zie geen bocht! Mijn bocht is weg