53. Nog eentje dan, kuur 4#4
Ik mag weer voor controle naar het ziekenhuis. Heb al best wel weer een redelijk fit gevoel en ik heb afgelopen weekend met Floris 3 km gelopen. Dat was eigenlijk iets te ver. Het is ook een uitdaging;
wanneer ga je terug. De terugweg is in principe, als je dezelfde weg terug neemt, net zo ver als de heenweg. Het is dus belangrijk dat je om keert als je nog genoeg energie over hebt. Nu hadden wij een doel waarvan ik dacht dat het iets dichterbij zou zijn. Toen ik last begon te krijgen van mijn voeten en ik me afvroeg of het misschien toch te ver zou zijn, was (leek) het doel al heel dichtbij. Ik vond het zo onlogisch om dan helemaal terug te lopen om dan de dag erna het zelfde stuk nog eens te lopen. En dus deed ik wat ik met heel veel dingen doe… ik loop gewoon door, uitrusten komt straks wel. Ja hoor, we hebben het gered! Ik maak een fotootje van het huisnummer en het bord dat naast de oprit staat. ‘Vers vlees voor uw hond’ staat erop. Ik stuur de foto naar Daniëlla en Hendrik Jan, missie voltooid. Terug naar huis. Blik op oneindig, verstand op nul en gaan met die kiwi. We houden op de weg terug nog een kleine pauze omdat ik van ellende niet meer weet hoe ik moet lopen zonder dat mijn rug pijn doet.

Maar goed, ik laat dus mijn bloed prikken in het ziekenhuis. Vandaag zit er een extra buis bij die naar het UMCG wordt gestuurd voor genetisch onderzoek. Stel dat er een erfelijke factor meespeelt dan kan ik beslissen om links ook meteen te laten amputeren. Het lijkt misschien nogal lomp zoals ik het hier op schrijf, maar ik heb er een heel realistisch gevoel bij. Als we beter afscheid kunnen nemen van beide borsten dan is dat wat het is. In 10 tot 15 % van de gevallen is er spraken van erfelijkheid. Ik heb geen idee of mensen ook voor een dubbele amputatie kiezen als er geen sprake is van erfelijkheid. Het lijkt me in ieder geval wel makkelijker bij het uitzoeken van een prothese, kun je gewoon een hele nieuwe cup kiezen. Of een cup van 20 kg geleden. Of de cup die er nooit van gekomen is, maar o zo gewenst was. Ik zie wel mogelijkheden, hier. Volgens Fiona is er een club waar ze borsten inclusief tepels haken. Hoe grappig is dat!!

Ze wijst naar een andere wachtruimte, daar zit helemaal niemand. Ik vind het geen probleem om even te wachten, misschien zelfs wel fijn om even niets te doen, niets te hoeven, gewoon even zitten.
Tineke de oncologie verpleegkundige roept me binnen. Ze is heel benieuwd hoe het gegaan is na de derde kuur. Ik vertel dat het best goed is gegaan aangezien ik niet opgenomen ben geweest. Ik geef aan dat ik me wat zorgen maak over de

De plek op mijn borst: de bestralingsarts heeft er in januari foto’s van gemaakt, maar deze zijn niet in het dossier terug te vinden. Tineke belt ‘De springplank’ in Emmen om te informeren waar de foto’s zijn. Deze blijken onvindbaar. Ik geef aan dat ik op 17 januari, voor de eerste chemo, zelf een foto heb gemaakt. Deze mail ik aan Tineke. We steken het gangetje over naar de onderzoekskamer om even naar de plek op de borst te kijken. ze maakt er nog een foto van. We steken terug over naar de spreekkamer. Ze gaat vanmiddag overleggen met Inge, waar ik op 18 december met mijn eczeemachtige plek voet aan wal van kankerland zette. Ook om mijn tweede vraag, ‘wanneer gaan we een scan laten maken om te kijken wat deze kuur gedaan heeft?’, te bespreken.
Dan de volgende kuur, wat gaan we doen? Ik stel voor om hem iets milder te doen omdat de werkzaamheid afneemt en het venijn toeneemt. ‘Ja, dat klopt inderdaad’, zegt Tineke, ‘het betekent ook niet dat als we de kuur op 75% zetten dat deze dan maar voor 75% werkt’. Tineke stelt voor de kuur op 75% te doen en ik ga meteen akkoord, DEAL! ‘Het lijkt wel handjeklap’, grapt Tineke. Ik kan er wel om lachen. Enigszins opgelucht en hongerig ga ik weer naar huis. Die 75% voelt als een meevaller. Dit moet ik kunnen hebben.
We gaan op dinsdag weer een lesje Pilates volgen. De gang naar de sportschool is er helemaal uit, maar ik blijf wel steeds terugkomen op het feit dat beweging goed is voor herstel, gezondheid, immuunsysteem en noem maar op, het is

De ochtend van de kuur is aangebroken. Het bijzondere is dat de 75% deal ervoor heeft gezorgd dat het misselijkmakend gevoel bij de gedachte aan weer een kuur bijna helemaal verdwenen is. Deze keer gaan we het anders doen, minder heftig. Robert zet mij af en rijdt nog even door om een boodschapje te doen. Ik wandel naar afdeling B en voordat ik er erg in heb, ben ik aangekoppeld en hangen de eerste zakjes er al aan. Even later zie ik Robert lopen met een witte doos.

dat uw vrouw niet afvalt’ nogal serieus. Niemand heeft hem echter gezegd dat aankomen ook niet echt nodig is’. De verpleegkundige vindt het wel grappig en belooft het hem nog te vertellen. Het zijn lekkere appelkoeken en verschillende gebakjes die hij bij zich heeft. Hij heeft Roos en oudste zoon Quentin nog gezien en zij komen nog even gedag zeggen, straks. Als ik een half uurtje later Roos buiten zie lopen, schat ik zo in dat ze het vergeten is. Ik vraag Robert of hij even op het raam wil kloppen. Ze is het inderdaad vergeten, maar net zo flexibel draaien ze om en komen nog even kletsen en een gebakje eten. Het is weer een gezellige boel waar ik zit. Het is alweer klaar, alles is binnen. Nogal duf van de medicatie, laat ik me weer naar huis chauffeuren. Daar draai ik een wasje, bereid ik het eten voor voor die avond. De donderdag verloopt iets rustiger, maar nog steeds oké. Fiona komt weer een lekkere ovenschaal brengen, we drinken een kopje koffie, kletsen wat bij en ze vertrekt weer naar huis.
Op vrijdag word ik net als de andere keren wakker met rode wangen. Ik voel mijn krachten afnemen en waggel wat high door het huis, maar als dit het is dan teken ik ervoor!
volgende: 54. De laatste AC-kuur