Whatsapp mij!

74. Technisch gezien gaat alles volgens plan


Technisch gezien gaat alles volgens plan. Ik ben even stil en blijf hem aankijken. ‘Even voor mijn beeldvorming, stel dat het technisch gezien niet volgens plan gaat, hoe ziet dit er dan uit?’

Ik heb na de derde bestraling een afspraak met mijn PA dokter. Of het me allemaal duidelijk is wat ze aan het doen zijn en of ik nog vragen heb. Ik heb geen vragen. Behalve dan de vraag over het technische gedeelte dat volgens plan gaat. Hij legt uit: ‘voor iedere bestraling, maken we een snelle CT-scan. Deze houden we tegen de scan die we helemaal in het begin voor de bestraling in het UMCG in Groningen hebben gemaakt. We kijken of er een verschil tussen de twee scans zit. Dit zou kunnen betekenen dat we opnieuw een scan moeten maken. Dit is helemaal niet erg, dit gebeurt regelmatig. Ik kan me zoorigineel bestraling bijwerkingen voorstellen dat dit in uw geval heel goed zou kunnen gebeuren.’ Ik knik, ik snap wat hij zeg. Dat laatste had er van mij niet achteraan gehoeven. In deze context ben ik liever gewoontjes, niks bijzonders. Meer ‘dat-geldt-niet-voor-jou’.

Op de valreep schiet me toch nog een vraag te binnen. ‘Heeft het zin om alvast te gaan smeren met vette zalf?’ Hij glimlacht: ‘Smeren mag natuurlijk! Ik zou zeggen leef je uit. Het maakt niet zoveel uit wat je erop smeert. Het zal in ieder geval niet in je nadeel werken, mits je het niet vlak voor de bestraling doet. Er is echter geen wetenschappelijk bewijs dat het zin heeft. Kijk, de huid reageert nu nog niet, maar dat zal zeker gebeuren als we de huid zo direct bestralen.’
Jammerrrrr, daar gaat hij weer, als een bezorgde vader probeert hij mij waarschijnlijk te beschermen tegen alles wat er mis kan gaan in dit traject. Ik stop hem: ‘ho ho … laat me in ieder geval het voordeel hebben van het psychologisch effect. ‘Het Placebo-effect is ook effect en daarvoor moet jij ruimte geven in je verhaal’, zeg ik tegen hem. Hij glimlacht en doet een poging: ‘in jouw geval zou het zomaar kunnen zijn dat het effect heeft’. Nog niet helemaal zoals ik het zou formuleren, maar het begint er toch al op te lijken …

Misschien dat ik hem wat titels door ga geven over de kracht van taal en de werking van ons brein. Hij zou zijn dienstverlening echt naar een hoger niveau kunnen tillen. Hij bedoelt het goed, dat kan ik merken. Het is een sympathieke man zolang hij niet van die deprimerende verhalen vertelt. Wat mij betreft zouden heel wat artsen op dat gebied nog wel wat bijgespijkerd mogen worden.

Iedere ochtend van maandag tot en met vrijdag rijd ik op en neer naar Emmen voor de bestraling. In totaal 15 keer. Het bestralen op zich duurt echt maar even. Ik word door een van de medewerkers opgehaald uit de wachtkamer. Zij of hij brengt me naar een kleedkamer waar ik aan de ene kant naar binnen ga, de deur achter je op slot draai en aan de andere kant weer opgehaald word. Zoals bij de röntgen. Ik heb even de tijd om van boven alles uit en af te doen en dan een klop op de deur. Samen lopen we door een lange gang naar het apparaat. Ze hebben alle hulpstukken al op het ‘bed’ gemonteerd; een ondersteuning voor de nek, aan de bovenkant tegen mijn hoofd een stang die ik met beide handen vast moet pakken, aan de zijkant steunen voor mijn ellebogen zodat mijn armen niet helemaal plat hoeven te liggen en onder de knieën nog een verhoging zodat ik geen last van mijn rug krijg. Als ik lig, gaan ze kijken of het laserlijntje goed langs de stippen gaat. Meestal schuiven en duwen ze nog wat met me. Daarna krijg ik een flap van soort rubber op de rechterkant die ze vast zetten met schilderstape. Dan lopen ze ‘tot zo!’ de ruimte uit. origineel radiotherapie

Het apparaat begint te zoemen en te draaien en voordat ik er flauw van ben, is het alweer klaar. Flapje eraf, ‘bed’ weer naar beneden en ik kan weer naar huis …
Op een ochtend als ik aan het sporten ben, komt mijn fysiotherapeut de zaal in om te kijken hoe het met me gaat. Ze mag tijdens de bestraling niet aan de huid zitten, maar houdt me wel goed in de gaten. Ze vraagt of mijn huid ook al reageert en ik moet eerlijkheidshalve (mooi woord) toegeven dat ik geen idee heb omdat ik daar helemaal geen gevoel meer heb. Ze vraagt me beide kanten te voelen en ik voel dat rechts een beetje gloeit. Dat is dus een reactie. Ze raadt me aan om de volgende dag koelzalf te vragen bij het UMCG om op de huid te smeren.

Als ik de volgende ochtend om koelzalf vraag, krijg ik het antwoord dat ze dat niet hebben. Ze hebben wel iets verzorgends dat ik in de koelkast kan leggen. Ik krijg een tube mee om te smeren en als het op is moet ik het telefoonnummer bellen dat op het doosje staat. Dit is verder nergens te koop, alleen eenmalig verkrijgbaar bij de receptie en daarna via het telefoonnummerorigineel
Een paar dagen later ben ik weer onderweg van de kleedkamer naar het apparaat en de radiologiedame vraagt hoe het gaat. Ik vertel dat het goed gaat, alleen de huid net boven het ongevoelige stuk voelt wat branderig aan. Op de vraag of ik er aftersun op mag smeren, zegt ze dat ze verkoelende gel bij de receptie hebben. Ik mag er geen aftersun of iets anders op smeren omdat daar parfum in zit en dat is niet zo fijn als de huid kapot gaat. Ik vertel dat ik vorige week gevraagd heb naar koelzalf, maar toen te horen kreeg dat dat er niet is. ‘Ik heb iets meegekregen dat ik in de koelkast kan leggen zodat het koel is’. Ze vraagt me wat voor kleur de tube is. ‘Is het een gel of een crème?’ Ik heb werkelijk geen flauw idee welke kleur of soort en inmiddels ook niet meer wat er precies voor naam op staat. Ze belooft iets voor me te halen terwijl ik onder het apparaat lig. Ik krijg een grote tube mee die naar wat ik op dat moment kan inschatten best lijkt op wat ik eerder kreeg. Thuis gekomen blijkt het precies dezelfde te zijn, dus nu heb ik er twee, een grote en een kleine. Ik besluit, in tegenstelling tot wat ik anders doe, heel trouw iedere avond te smeren. Dat gaat goed, ik merk op zich geen verschil, maar het zal allicht de boel een beetje verzorgen.

origineelOp de dag van de dertiende bestraling staat er weer een afspraak met mijn PA dokter in de agenda. ‘Hoe gaat het?’, vraagt hij. Ik antwoord dat het heel goed met me gaat. Hij knikt. ‘Geen klachten?’ ‘Nee, geen klachten.’ ‘Geen steken in het bestraalde gebied?’ Ik schud mijn hoofd: ‘Geen steken.’ ‘Hoe is het met de energie?’ ‘Het gaat heel goed met mijn energie.’ ‘Mag ik de huid even zien?’ Ik laat hem de rechterkant zien en hij knikt. ‘Dat ziet er heel goed uit, beter dan ik verwacht had, heel goed zelfs’. Ik vraag me echt af wat hij had verwacht te zien, maar vraag het hem niet. ‘De huid kan nog wat verder reageren, de plek kan nog donkerder worden, maar dat is niet erg’, vervolgt hij. Hij stelt voor om twee weken na de laatste bestraling nog een afspraak te plannen om te kijken hoe het dan gaat. Ik vind het goed.

Op de terugweg rijd ik langs het ziekenhuis in Stadskanaal om bloed te laten prikken voor de afspraak van morgen. Dan ga ik naar de oncoloog om te praten over de nabehandeling met de chemotabletten. Onderweg in de auto terug luister ik naar ‘Jouw blik’ van John West. Ik word er helemaal blij van! Voor alle vrouwelijke lezers van mijn blog: zing dit tegen jezelf in de spiegel en laat ieder woord tot je doordringen.

oktober 2024